Doof Verleden?

Overzicht van de geschiedenis van dove mensen, het dovenonderwijs en de dovengemeenschap in Nederland.

Werk in uitvoering!

1585 - 1634: Hendrick Avercamp, kunstschilder

1585 - 1634: Hendrick Avercamp, kunstschilder

Hendrick Avercamp (Amsterdam, januari 1585 - Kampen, mei 1634) is een Nederlandse schilder die vooral winterse schaatstaferelen schilderde.

Avercamp werd geboren in Amsterdam maar verhuisde op eenjarige leeftijd met zijn ouders naar Kampen.  Avercamp was doof. Hij kreeg de bijnaam de Stomme van Kampen. Zijn moeder gaf hem les in schrijven, maar tekenen lag hem beter. Hiermee uitte hij zijn gevoelens.

Toen hij 12 jaar was, begon Avercamp met lessen in de tekenkunst bij een arme tekenaar. Deze overleed tijdens een pestplaag, net als zijn vader (1602) en zijn broer. Op zijn 18e ging Avercamp naar een oom van moederskant in Amsterdam.  

Avercamp is beroemd tot in het buitenland om zijn winterlandschappen. Hierop staan vaak veel mensen die bijvoorbeeld aan het schaatsen zijn. De voorliefde voor dit onderwerp ontstond tijdens de schaatstochten, die hij in zijn jeugd maakte. Het laatste kwart van de 16e eeuw, waarin Avercamp werd geboren, was dan ook een van de koudste periodes van de kleine ijstijd.

 

Meer info.

%3B=>%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_youtube_com%2Fwatch%3Fv=C8Po4mdlmFY<%3B%2Fa=>%3B=<%3B%2Fdiv=>%3B%0D%0A=<%3Bdiv=<%3Bp_class="%3Btitle_style-scope_ytd-video-primary-info-renderer=>%3BFilm_over_Johannes_Thopas_door_het_Rembrandt_Huis=&%3Bnbsp%3BMuseum%2C_Tony_Bloem%2C_2014=<%3B%2Fp=">1625 - 1700: Johannes Thopas

De doof geboren Johannes Thopas (ca. 1626 – 1688/95) was een van de weinige kunstenaars in de Gouden Eeuw die zich hadden gespecialiseerd in de getekende portretkunst. Hij was vooral virtuoos in loodstift op perkament.

Het Rembrandthuis is erin geslaagd bijna veertig van zijn mooiste portretten bij elkaar te brengen, bijna de helft van zijn overgeleverde oeuvre. Dat bevindt zich in belangrijke binnen- en buitenlandse prentenkabinetten en particuliere verzamelingen en was in Nederland tot nu toe niet in deze omvang te zien.

Zijn vroegst bekende werken uit 1646, in de collectie van de Fondation Custodia in Parijs, tonen dat Thopas al jong een bijzonder getalenteerde tekenaar was. Hij portretteerde zowel bekende als onbekende personen. Door de modieuze aankleding van zijn klanten bieden zijn portretten volgens Het Rembrandthuis ‘een fraai tijdsbeeld’.

Prof. Rudi Ekkart, oud-directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, schreef de rijk geïllustreerde oeuvrecatalogus die ter gelegenheid van de expositie verschijnt, onder redactie van Peter van den Brink.

De kunstenaar werd in Arnhem geboren, na het overlijden van zijn vader hertrouwde zijn moeder een burgemeester van Emmerich. Daarna werkte Thopas in Amsterdam, Haarlem en Assendelft, vanwege zijn handicap altijd onder de hoede van een voogd en inwonend bij familieleden.

Thopas2

Portret van een overleden meisje, waarschijnlijk Catharina Margaretha van Valkenburg, 1862. Bron: Maurithuis
 

Film over Johannes Thopas door het Rembrandt Huis Museum, Tony Bloem, 2014

%3B=>%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_youtube_com%2Fwatch%3Fv=C8Po4mdlmFY<%3B%2Fa=>%3B=<%3B%2Fdiv=>%3B%0D%0A=<%3Bdiv=<%3Bp_class="%3Btitle_style-scope_ytd-video-primary-info-renderer=>%3BFilm_over_Johannes_Thopas_door_het_Rembrandt_Huis=&%3Bnbsp%3BMuseum%2C_Tony_Bloem%2C_2014=<%3B%2Fp=">Meer info.

1669 – 1724: Johan Conrad Amman

1669 – 1724: Johan Conrad Amman

Johan Conrad Amman werd in 1669 geboren in Schaffhausen. Na een studie te hebben gevolgd in Basel, vestigde hij zich in 1687 in Holland, eerst in Haarlem en later in Amsterdam.

In laatstgenoemde stad opende Amman een praktijk voor doofstomme mensen. Het nieuws over de dokter die doven leerde spreken, verspreidde zich al snel.

In 1692 bracht Amman in Haarlem zijn eerste publicatie over doofstommen uit: Surdus loquens (de sprekende dove). Hij beschreef hierin onder meer hoe hij het dove dochtertje van een Haarlemse koopman had leren praten. Dit werk werd vele malen herdrukt en ook in het Engels vertaald.

De in Rotterdam opgerichte Koninklijke Amman Stichting (1967) is naar hem vernoemd evenals de naar Ammanstraat omgedoopte Nieuwe Kerkstraat (1942) en het Ammanplein, waar de school is gesitueerd.

Ook de Amsterdamse basisschool voor doven de J.C. Ammanschool (1928) en de Dordtse Ammanschool voor slechthorende kinderen zijn naar hem vernoemd.Johan Conrad Amman demonstreert zijn leermethode aan een collega, reliëf (1928)

Meer info.

1753 - 1828: Henri Daniel Guyot

1753 - 1828: Henri Daniel Guyot

Henri Daniel Guyot (Blegny, 25 november 1753 - Groningen, 10 januari 1828) was predikant van de Waalse gemeente in Groningen.

Hij werd geboren in Trois Fontaines, een gehucht vlak bij het dorp Blegny, ten noordoosten van Luik. Hij studeerde aan de hogeschool te Franeker. Vanaf 1777 was hij predikant van de Waalse gemeente in Groningen. In 1781 verhuisde hij naar die stad.

Hij vond onderwijs voor doven belangrijk. Daarom richtte hij op 14 april 1790 samen met Hora Siccama, Van Olst en Van Calcar in Groningen het eerste Instituut voor Doven in Nederland op.

In het begin waren er 14 leerlingen. Guyot stond als leraar zelf voor de klas. De eerste jaren werd in kleine panden les gegeven, achtereenvolgens aan de Brugstraat, de Oude Ebbingstraat en de Turftorenstraat.

In 1808 moest de school door een flinke toename van het aantal leerlingen een groter pand zoeken. In eerste instantie werd een verhuizing naar Haarlem overwogen. Dankzij steun van de provincie en de stad Groningen werd de school aan het westelijke gedeelte van de Ossenmarkt (nu het Guyotplein) gevestigd.

De woningen werden omgebouwd tot een internaat voor jongens en meisjes in 1819, 1822 en 1838. Om het instituut te kunnen bekostigen werden afdelingen in het hele land geopend. Guyot werkte tot aan zijn dood voor zijn instituut. Opvolger was zijn zoon Dr. Charles Guyot, die tot 1854 werkte.

Meer info.

1790 - 1872: Martinus van Beek

1790 - 1872: Martinus van Beek

"Martinus van Beek werd op 21 october 1790 te Son geboren als derde van de vier kinderen van Henricus van Beek en Dymphna Uda. Hij overleed op 14 oktober 1872 te Antwerpen.

In 1820 werd hij in Mechelen tot priester is gewijd. Na zijn wijding was hij korte tijd assistent in de parochies Kessel en Nuland. In 1821 werd hij tot kapelaan in Gemert benoemd. Reeds een jaar later werd hij praeceptor (leraar) aan de Latijnse school aldaar; in 1825 werd hij conrector van die school.

In het Gemert van die dagen leefden vier volwassen doven, die geen van allen hun eerste communie konden doen of andere sacramenten ontvangen omdat niemand hen godsdienstonderricht kon geven. Kennelijk is Van Beek hierdoor gemotiveerd geraakt om verbetering in deze situatie te brengen. Mede gestimuleerd door zijn pastoor, de latere apostolisch vicaris van 's-Hertogenbosch Hendrik den Dubbelden, is hij zich gaan verdiepen in de mogelijkheden van onderwijs aan doven.

Inzicht in vingeralfabet en gebarentaal verwierf hij door bestudering van Franse publicaties. Vervolgens zette bij een gebarensysteem op dat was gebaseerd op de regels van de Nederlandse taal: het zogenaamde Van Beek-gebarensysteem, dat heden ten dage nog steeds gebruikt wordt op het instituut, namelijk door doven met een verstandelijke beperking. Een paar tolken, wier dove ouders nog onderwijs kregen met dit gebarensysteem, beheersen dit systeem nog. 

image 2021 06 05 110836

Bron: https://ivdvariatie-8.jouwweb.nl/864-75-jaar-ivd-1840-1915-tot-met-1991-deel-1

Handalphabet

Handalfabet, Instituut voor Doven, 19e eeuw. Bron: Het Geheugen

In 1828 begon van Beek na afloop van de lesuren van de Latijnse school dove leerlingen te onderwijzen. De resultaten van zijn onderwijs leidden ertoe dat verschillende doven van buiten Gemert zich aanmeldden. Dat bracht hem op het idee om een provinciaal gericht instituut op te zetten, maar dit plan ging voorlopig niet door. Op een concept uit omstreeks 1830 schreef hij: "De Belgische revolutie heeft dit plan verijdeld."

In de daaropvolgende jaren werd het aantal dove leerlingen zo groot dat hij in 1835 ontslag nam als conrector van de Latijnse school. Dat bracht hem echter in financiële moeilijkheden. Hernieuwde pogingen om rijkssubsidie te krijgen liepen op niets uit; Van Beek moest zich in de schulden steken.

Maar in datzelfde jaar 1835 moet hij ook grote voldoening voor al zijn inspanningen ervaren hebben. Negen van zijn leerlingen werden toegelaten tot het ontvangen der eerste H. Communie. En op dezelfde dag diende de apostolisch vicaris, zijn vroegere pastoor, hun het H. Vormsel toe.

Van Beek heeft in die beginjaren niet alleen financiële zorgen gehad. Veel van het werk kwam op zijn schouders terecht. Hij was belast met het zoeken naar en de instructie van het onderwijzend en verzorgend personeel en ook was bij de werving van leerlingen betrokken. Verder moesten er geschikte pleegouders in Gemert gevonden worden en had hij tot taak om voor de opvoeding van en het toezicht op de leerlingen te zorgen. In 1835 was hun aantal gestegen tot 32. Het onderwijs werd toen al enige tijd gegeven in het voormalige klooster van de dominicanen aan het Binderseind.

In 1839 schreef hij aan de apostolisch vicaris dat hij overwoog zijn werk op te geven. Hij raakte steeds dieper in de schulden en er was een nijpend gebrek aan ruimte, zodat ook de noodzakelijke verdere uitbreiding niet mogelijk was. Werd het hem allemaal te veel of was het een weloverwogen zet om de besprekingen tussen de vicariaten van 's Hertogenbosch en Breda wat onder druk te zetten? Die hadden namelijk nog steeds geen overeenstemming kunnen bereiken over een gezamenlijk instituut voor doofstommen.

Als het de bedoeling van Van Beek was geweest de besprekingen te bespoedigen, dan is hij in zijn opzet geslaagd, want nog in datzelfde jaar werd besloten tot de vestiging van zo'n instituut in de toen net vrijgekomen gebouwen van het grootseminarie op Nieuw-Herlaer te Sint-Michielsgestel. Het bestuur werd gevormd door een commissie van invloedrijke geestelijken en leken die op de eerste plaats tot taak hadden om te voorzien in de financiële behoeften van de nieuwe instelling. Op 30 september 1840 gingen 46 doofstommen van Gemert naar Sint-Michielsgestel om daar hun opleiding te vervolgen.

In 1850 diende Martinus van Beek zijn ontslag in als directeur van het instituut in Sint-Michielsgestel en vertrok naar Brugge. Waarom? Het gedenkboek van het doofstommeninstituut dat in 1940 uitkwam, veronderstelt dat het de bedoeling was dat Van Beek met de Broeders Xaverianen uit Brugge naar Amerika zou gaan om ook daar een instituut voor doofstommen op te richten.

Enkele Xaverianen waren eerder in Sint-Michielsgestel geweest om kennis te nemen van de methoden van onderwijs die daar gehanteerd werden. Het Amerikaanse plan is in ieder geval niet doorgegaan. Zes jaar lang verbleef hij in Brugge. 'Zo bleef de ontgoochelde priester nog zes jaar te Brugge doelloos ronddolen', zo staat te lezen in het gedenkboek.

In 1856 werd Martinus door het bestuur van het Doofstommeninstituut in Antwerpen als directeur aangesteld. Deze functie heeft hij een achttal jaren vervuld. In 1864 opende hij een nieuw instituut. In dat 'Sint-Jozef Gesticht tot bescherming der Doofstommen' werden ook oud-leerlingen van het Doofstommeninstituut opgenomen, die zich niet in de maatschappij konden handhaven. Het bestuur van het Doofstommeninstituut wilde deze nieuwe taak er niet bijnemen. Van Beek was het daar niet mee eens en begon dus een eigen instituut.

Maar mogelijk was er ook nog een andere factor in het spel. In het gedenkboek van het Antwerpse doofstommeninstituut wordt met betrekking tot zijn ontslagname in 1864 en de oprichting van het Sint-Jozefgesticht het volgende vermeld: "De doorbrave en edelijke geestelijke zou tien jaar lang (sic) zijn beste krachten geven om de belangen van de school, de dove kinderen en het onderwijzend personeel en administratief personeel met verbeten enthousiasme te behartigen, eigenlijk met te veel geestdrift want op zekere dag ontstond er een conflictsituatie die eindigde met zijn ontslaggeving." "Verbeten" "te veel geestdrift": zou dat betekenen dat men hem een "doordrammer" vond?

Opnieuw kwam Van Beek in financiële problemen want het Sint-Jozefgesticht was geheel afhankelijk van particuliere liefdadigheid. Na zeven jaar werd het al gesloten. Daarna is Van Beek nog een jaar als beneficiant verbonden geweest aan de Sint-Jacobskerk te Antwerpen. Dit betekende dat hij een geestelijke waardigheid kreeg waaraan inkomsten verbonden waren. Op 14 oktober 1872 overleed Martinus van Beek in het R.K. Gasthuis van Antwerpen na een ziekbed van een tweetal maanden. Hij had in de laatste fase van zijn leven met mislukkingen te maken gekregen, maar dat doet niets af aan zijn grote verdiensten voor het doofstommenonderwijs waarmee hij in Gemert een bescheiden begin maakte en dat in Sint-Michielsgestel is uitgegroeid tot een instituut met een indrukwekkende staat van dienst."

Meer info.

1788 - 1839: Eelke Jelles Eelkema

1788 - 1839: Eelke Jelles Eelkema

Eelke Jelles Eelkema (ook Eelkama) (Leeuwarden, 8 juli 1788 - aldaar, 27 november 1839), was een Nederlandse kunstschilder. Hij schilderde landschappen, stillevens met bloemen en fruit.  

Vanwege zijn doofheid, veroorzaakt door een ziekte op zevenjarige leeftijd, werd hij van zijn elfde tot zijn negentiende jaar opgeleid aan het Doofstommeninstituut in Groningen, waar hij tekenles kreeg van G. de San en schilderles van J.N. Schoonbeek.

In 1804 won hij de eerste prijs aan de Academie Minerva en zijn werk werd hogelijk geprezen. In 1816 bezocht hij Parijs met een Koninklijke Subsidie; in 1818 maakte hij een voetreis naar Frankrijk en Zwitserland tot Turijn. Later schilderde hij ook in Londen, Haarlem en Amsterdam.

Zelf gaf Eelkema ook schilder- en tekenlessen, van 1821-1829 aan het Franeker Atheneum, maar ook aan onder anderen Cornelis Bernardus Buijs, die op zijn beurt weer lesgaf aan de bekende Haagse Schoolschilder Jozef Israëls en aan Taco Mesdag, de oudere broer van Hendrik Willem Mesdag.

In 1839 overleed Eelkema in Leeuwarden, nadat hij twee jaar eerder ook blind was geworden.

Werk van Eelkema bevindt zich onder meer in de collectie van het Rijksmuseum Amsterdam.

Eelkema3

Stilleven met bloemen, Eelke Jelles Eelkema, 1815 - 1839

Eelkema2

 

Meer info.

1790 - 2002: H.D. Guyot Instituut (met video)

<img src="images/harmdevries.jpg" alt="" width="361" height="275" /></p> <p><em>Klik op de foto om de video te zien:</em></p> <p><strong><a href="https://www.haagsekunstgrepen.nl/winkel/" target="_blank" rel="noopener">De Gebarenwinkel</a>: Met vakantie naar huis</strong></p> <p>Een verhaal van Harm de Vries:</p> <p>Twee jongens zitten op een internaat en gaan in de vakantie met de trein naar huis. Ze verwisselen de naambordjes van de jongste kinderen en die worden op de stations afgeleverd bij de ouders.<br />En die nemen ze gewoon méé!!! Waar gebeurd?</p> <p>Harm de Vries:&nbsp; een geboren verteller van sterke verhalen! Hij groeide op in het internaat van het doveninstituut Guyot in Groningen.<br />Hij was trots op de gebarentaal en verbouwde zijn huiskamer tot leslokaal om zijn kennis van de gebarentaal over te dragen.</p>">1790 - 2002: H.D. Guyot Instituut (met video)

Het Henri Daniel Guyot Instituut werd in 1790 opgericht op initiatief van de Groningse predikant Henri Daniel Guyot. Het was het eerste Nederlandse doveninstituut.

Het is in 2002 opgegaan in de Koninklijke Effatha Guyot Groep (KEGG) en sinds 2009 met Viataal en Sint Marie als Koninklijke Kentalis. Vanaf dat moment heet het Koninklijke Kentalis - Guyotschool voor SO, (V)SO-CMB en VSO.

In 1791 konden doven verschillende beroepen kiezen. Voor meisjes waren er slechts 4 opleidingen. Jongens hadden meer beroepsmogelijkheden waaronder schoonmaker en borstelmaker. Pas in 1852 werd er voor het eerst ambachtsonderwijs aan doven gegeven zoals timmeren, schrijnwerken en kleermaken.
In de jaren '60 van de 20e eeuw kwamen er beroepsmogelijkheden op het gebied van de administratie en onderneming bij.
Vanaf de jaren '80 werd mavo (tegenwoordig vmbo) aangeboden, gevolgd door havo vanaf 1991.

Ten tijde van Henri Guyot was in Frankrijk door Sicard een manueel systeem ontwikkeld, waarbij doven gewoon spraken en ondersteunende gebaren erbij maakten. De dove Bebian was het niet met Siccard eens en stelde een tweetalige opvoeding (zowel de gesproken taal als gebarentaal) voor. Henri Guyot vond beide systemen niet perfect en bedacht een gemengde methode waarbij de gebarentaal en woorden niet door elkaar gebruikt werden: doven konden in sommige situaties gebarentaal gebruiken, maar moesten tijdens de lessen wel schriftelijk communiceren. Dit werd de oud-hollandse methode genoemd.

In de periode 1864-1981 kregen doven oraal (=mondeling) onderwijs en werd gebarentaal niet meer toegepast. In de praktijk verdween het gebruik van gebaren nooit helemaal van het instituut. Langzamerhand ontstond er een soort Groningse gebarentaal, die sterk afweek van de gebarentalen in het westen van het land.[bron?] In 1996 werd het tweetalige onderwijs (gebarentaal en gesproken Nederlands) op Guyot ingevoerd. 

Het Instituut voor Doof Stommen en het monument van Profr. Guyot op de Ossemarkt

 

het Doofstommen Instituut in Groningen3

Meisje krijgt aanschouwelijk onderwijs via een spiegel, ca. 1940. Bron: Het Geheugen

het Doofstommen Instituut in Groningen5

Onderwijzer bij het bord voor de klas wijst met een aanwijsstok het woord "muis" aan, terwijl hij met de wijsvinger het dier toont, ca. 1940. Bron: Het Geheugen

het Doofstommen Instituut in Groningen

 het Doofstommen Instituut in Groningen 2

"Het Doofstommen Instituut in Groningen. Leerlingen in de kleermakerij achter een tafel bezig met strijken en persen van kleding(-stoffen), ca. 1940. Bron: Het Geheugen

Doofstommen Instituut in Groningen. 2

Leerling met een schoen achter een machine in de schoenmakerij, ca. 1940. Bron: Het Geheugen

het Doofstommen Instituut in Groningen4

Leerlingen bezig met het maken van schoenen, ca. 1940. Bron: Het Geheugen

Klik op de foto om de video te zien:

De Gebarenwinkel: Met vakantie naar huis

Een verhaal van Harm de Vries:

Twee jongens zitten op een internaat en gaan in de vakantie met de trein naar huis. Ze verwisselen de naambordjes van de jongste kinderen en die worden op de stations afgeleverd bij de ouders.
En die nemen ze gewoon méé!!! Waar gebeurd?

Harm de Vries:  een geboren verteller van sterke verhalen! Hij groeide op in het internaat van het doveninstituut Guyot in Groningen.
Hij was trots op de gebarentaal en verbouwde zijn huiskamer tot leslokaal om zijn kennis van de gebarentaal over te dragen.

<img src="images/harmdevries.jpg" alt="" width="361" height="275" /></p> <p><em>Klik op de foto om de video te zien:</em></p> <p><strong><a href="https://www.haagsekunstgrepen.nl/winkel/" target="_blank" rel="noopener">De Gebarenwinkel</a>: Met vakantie naar huis</strong></p> <p>Een verhaal van Harm de Vries:</p> <p>Twee jongens zitten op een internaat en gaan in de vakantie met de trein naar huis. Ze verwisselen de naambordjes van de jongste kinderen en die worden op de stations afgeleverd bij de ouders.<br />En die nemen ze gewoon méé!!! Waar gebeurd?</p> <p>Harm de Vries:&nbsp; een geboren verteller van sterke verhalen! Hij groeide op in het internaat van het doveninstituut Guyot in Groningen.<br />Hij was trots op de gebarentaal en verbouwde zijn huiskamer tot leslokaal om zijn kennis van de gebarentaal over te dragen.</p>">Meer info.

1847 - 2002: Rudolf Mees Instituut, Rotterdam (met video)

Video De Spraakles, Rudolf Mees Instituut, 1942</em></p> <div class="intro">In Rotterdam wordt al sinds 1847 dovenonderwijs gegeven. Dat begint bij de chirurg Machiel Polano. Hij werkt in het Coolsingelziekenhuis en woont in de Wijnstraat. Twee van zijn zeven kinderen zijn doof.</div> <div class="customhtml newsitem-customhtml position-relative"> <p>Hij haalt de Duitse dovenonderwijzer David Hirsch naar Rotterdam om zijn kinderen les te geven. Al gauw zijn meer mensen geïnteresseerd en ontstaat een schooltje in het huis van Polano.&nbsp;</p> <p>De dovenschool in Rotterdam is daarmee na die in Groningen en Sint Michielsgestel de oudste van het land.&nbsp;</p> <p><strong>Amman-methode</strong></p> Op initiatief van artsen van het Coolsingelziekenhuis gaat dat schooltje in 1853 verder als de Vereeniging Inrigting voor Doofstommen-Onderwijs. Hirsch geeft les volgens de Amman-methode, vernoemd naar de Zwitserse arts Johann Konrad Amman die in de 17e eeuw ontdekt dat aangeboren doofheid ongeneeslijk is, maar dat stomheid (het niet kunnen spreken) verholpen kan worden. <p>Er zijn heel lang tegenstrijdige opvattingen over welke onderwijsmethode het meest geschikt is voor doven: het aanleren van spreektaal òf het leren van gebarentaal. In 1980 wordt in Nederland de gebarentaal pas als officiële taal toegestaan.</p> <p><strong>Dialect in gebarentaal</strong></p> Het&nbsp;Stadsarchief Rotterdam&nbsp;heeft onlangs twee foto-albums gekregen van de Inrigting voor Doofstommen-Onderwijs. Het gaat om albums met foto's uit begin van de twintigste eeuw. Wanda Waanders van het Stadsarchief: "de vrijwilligers die de albums kwamen brengen, vertelden dat de keuze voor spreektaal veel impact had op de mensen. Sommigen verzetten zich ertegen en ontwikkelden een eigen gebarentaal. Daardoor zijn er verschillende soorten gebarentaal, met bijvoorbeeld ook verschillen tussen provincies." <p>De school die in halverwege de 19e eeuw bij Polano thuis is ontstaan, trekt steeds meer leerlingen. Er wordt uitgeweken naar een bovenwoning aan de Hoogstraat. Al snel daarna verhuist de school naar een locatie aan tussen de Diergaardelaan en de Coolsingel, de plek waar nu het Hiltonhotel staat.</p> <p><strong>Ammanstraat</strong></p> Op die locatie blijft de school uitbreiden en er moeten gebouwen worden bijgebouwd. Het schoolbestuur vraagt de gemeente om een eigen Ammanstraat. Die straat komt er in 1883. Het is een zijstraat van de Coolsingel. Na het bombardement komt de straat anders te liggen en wordt het een zijstraat van de Kruiskade bij het Oude Luxortheater. <p>Het doveninstituut verhuist in 1962 naar een nieuw gebouw op de hoek van de Warande en de Boezemweg en krijgt ook daar weer een eigen straatnaam: het Ammanplein. In 1969 krijgt de dovenschool een nieuwe naam: de Ammanstichting.&nbsp;</p> <p>De naam van het instituut werd in 1963 gewijzigd naar het&nbsp;Rudolf Mees Instituut&nbsp;als een eerbetoon voor de voorzitter van 1867 tot 1890,&nbsp;Rudolf Mees.<sup id="cite_ref-4" class="reference"><a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke_Auris_Groep#cite_note-4">[</a></sup>&nbsp;<sup id="cite_ref-6" class="reference"></sup></p> <p><strong>Koninklijk</strong></p> Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan krijgt de stichting in 1978 het predicaat 'koninklijk'. Verschillende fusies vanaf 2002 zorgen ervoor dat het instituut nu de naam Koninklijke Auris Groep draagt.</div> <p>Sinds 5 februari 2003 heet het instituut dr. M Polanoschool, vernoemd naar de chirurg&nbsp;Machiel Polano&nbsp;die in zijn huis een schooltje begon in 1847.</p> <div>&nbsp;</div> <p><img src="images/ammanschool_Rotterdam.jpg" alt="ammanschool Rotterdam" /></p> <p><br />bron:&nbsp;<a href="http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/ammanschool.htm">http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/ammanschool.htm</a></p> <p><img src="images/Mondstandoefeningen.jpg" alt="Mondstandoefeningen" /></p> <p><i>Mondstandoefeningen in de klas op de dovenschool</i></p> <p><img src="images/de-klas.jpg" alt="" /></p> <p><i>Klaslokaal met kinderen in halve cirkel zodat ze elkaar kunnen zien</i></p> <p><img src="images/naailes-voor-de-meisjes.jpg" alt="naailes voor de meisjes" /></p> <p><em>Naailes voor de meisjes</em></p> <p><img src="images/de-tuin-van-de-school-aan-de-Coolsingel.jpg" alt="de tuin van de school aan de Coolsingel" /></p> <p><i>De tuin achter de school aan de Coolsingel</i></p>">1847 - 2002: Rudolf Mees Instituut, Rotterdam (met video)

Video De Spraakles, Rudolf Mees Instituut, 1942

In Rotterdam wordt al sinds 1847 dovenonderwijs gegeven. Dat begint bij de chirurg Machiel Polano. Hij werkt in het Coolsingelziekenhuis en woont in de Wijnstraat. Twee van zijn zeven kinderen zijn doof.

Hij haalt de Duitse dovenonderwijzer David Hirsch naar Rotterdam om zijn kinderen les te geven. Al gauw zijn meer mensen geïnteresseerd en ontstaat een schooltje in het huis van Polano. 

De dovenschool in Rotterdam is daarmee na die in Groningen en Sint Michielsgestel de oudste van het land. 

Amman-methode

Op initiatief van artsen van het Coolsingelziekenhuis gaat dat schooltje in 1853 verder als de Vereeniging Inrigting voor Doofstommen-Onderwijs. Hirsch geeft les volgens de Amman-methode, vernoemd naar de Zwitserse arts Johann Konrad Amman die in de 17e eeuw ontdekt dat aangeboren doofheid ongeneeslijk is, maar dat stomheid (het niet kunnen spreken) verholpen kan worden.

Er zijn heel lang tegenstrijdige opvattingen over welke onderwijsmethode het meest geschikt is voor doven: het aanleren van spreektaal òf het leren van gebarentaal. In 1980 wordt in Nederland de gebarentaal pas als officiële taal toegestaan.

Dialect in gebarentaal

Het Stadsarchief Rotterdam heeft onlangs twee foto-albums gekregen van de Inrigting voor Doofstommen-Onderwijs. Het gaat om albums met foto's uit begin van de twintigste eeuw. Wanda Waanders van het Stadsarchief: "de vrijwilligers die de albums kwamen brengen, vertelden dat de keuze voor spreektaal veel impact had op de mensen. Sommigen verzetten zich ertegen en ontwikkelden een eigen gebarentaal. Daardoor zijn er verschillende soorten gebarentaal, met bijvoorbeeld ook verschillen tussen provincies."

De school die in halverwege de 19e eeuw bij Polano thuis is ontstaan, trekt steeds meer leerlingen. Er wordt uitgeweken naar een bovenwoning aan de Hoogstraat. Al snel daarna verhuist de school naar een locatie aan tussen de Diergaardelaan en de Coolsingel, de plek waar nu het Hiltonhotel staat.

Ammanstraat

Op die locatie blijft de school uitbreiden en er moeten gebouwen worden bijgebouwd. Het schoolbestuur vraagt de gemeente om een eigen Ammanstraat. Die straat komt er in 1883. Het is een zijstraat van de Coolsingel. Na het bombardement komt de straat anders te liggen en wordt het een zijstraat van de Kruiskade bij het Oude Luxortheater.

Het doveninstituut verhuist in 1962 naar een nieuw gebouw op de hoek van de Warande en de Boezemweg en krijgt ook daar weer een eigen straatnaam: het Ammanplein. In 1969 krijgt de dovenschool een nieuwe naam: de Ammanstichting. 

De naam van het instituut werd in 1963 gewijzigd naar het Rudolf Mees Instituut als een eerbetoon voor de voorzitter van 1867 tot 1890, Rudolf Mees.[ 

Koninklijk

Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan krijgt de stichting in 1978 het predicaat 'koninklijk'. Verschillende fusies vanaf 2002 zorgen ervoor dat het instituut nu de naam Koninklijke Auris Groep draagt.

Sinds 5 februari 2003 heet het instituut dr. M Polanoschool, vernoemd naar de chirurg Machiel Polano die in zijn huis een schooltje begon in 1847.

 

ammanschool Rotterdam


bron: http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/ammanschool.htm

Mondstandoefeningen

Mondstandoefeningen in de klas op de dovenschool

Klaslokaal met kinderen in halve cirkel zodat ze elkaar kunnen zien

naailes voor de meisjes

Naailes voor de meisjes

de tuin van de school aan de Coolsingel

De tuin achter de school aan de Coolsingel

Video De Spraakles, Rudolf Mees Instituut, 1942</em></p> <div class="intro">In Rotterdam wordt al sinds 1847 dovenonderwijs gegeven. Dat begint bij de chirurg Machiel Polano. Hij werkt in het Coolsingelziekenhuis en woont in de Wijnstraat. Twee van zijn zeven kinderen zijn doof.</div> <div class="customhtml newsitem-customhtml position-relative"> <p>Hij haalt de Duitse dovenonderwijzer David Hirsch naar Rotterdam om zijn kinderen les te geven. Al gauw zijn meer mensen geïnteresseerd en ontstaat een schooltje in het huis van Polano.&nbsp;</p> <p>De dovenschool in Rotterdam is daarmee na die in Groningen en Sint Michielsgestel de oudste van het land.&nbsp;</p> <p><strong>Amman-methode</strong></p> Op initiatief van artsen van het Coolsingelziekenhuis gaat dat schooltje in 1853 verder als de Vereeniging Inrigting voor Doofstommen-Onderwijs. Hirsch geeft les volgens de Amman-methode, vernoemd naar de Zwitserse arts Johann Konrad Amman die in de 17e eeuw ontdekt dat aangeboren doofheid ongeneeslijk is, maar dat stomheid (het niet kunnen spreken) verholpen kan worden. <p>Er zijn heel lang tegenstrijdige opvattingen over welke onderwijsmethode het meest geschikt is voor doven: het aanleren van spreektaal òf het leren van gebarentaal. In 1980 wordt in Nederland de gebarentaal pas als officiële taal toegestaan.</p> <p><strong>Dialect in gebarentaal</strong></p> Het&nbsp;Stadsarchief Rotterdam&nbsp;heeft onlangs twee foto-albums gekregen van de Inrigting voor Doofstommen-Onderwijs. Het gaat om albums met foto's uit begin van de twintigste eeuw. Wanda Waanders van het Stadsarchief: "de vrijwilligers die de albums kwamen brengen, vertelden dat de keuze voor spreektaal veel impact had op de mensen. Sommigen verzetten zich ertegen en ontwikkelden een eigen gebarentaal. Daardoor zijn er verschillende soorten gebarentaal, met bijvoorbeeld ook verschillen tussen provincies." <p>De school die in halverwege de 19e eeuw bij Polano thuis is ontstaan, trekt steeds meer leerlingen. Er wordt uitgeweken naar een bovenwoning aan de Hoogstraat. Al snel daarna verhuist de school naar een locatie aan tussen de Diergaardelaan en de Coolsingel, de plek waar nu het Hiltonhotel staat.</p> <p><strong>Ammanstraat</strong></p> Op die locatie blijft de school uitbreiden en er moeten gebouwen worden bijgebouwd. Het schoolbestuur vraagt de gemeente om een eigen Ammanstraat. Die straat komt er in 1883. Het is een zijstraat van de Coolsingel. Na het bombardement komt de straat anders te liggen en wordt het een zijstraat van de Kruiskade bij het Oude Luxortheater. <p>Het doveninstituut verhuist in 1962 naar een nieuw gebouw op de hoek van de Warande en de Boezemweg en krijgt ook daar weer een eigen straatnaam: het Ammanplein. In 1969 krijgt de dovenschool een nieuwe naam: de Ammanstichting.&nbsp;</p> <p>De naam van het instituut werd in 1963 gewijzigd naar het&nbsp;Rudolf Mees Instituut&nbsp;als een eerbetoon voor de voorzitter van 1867 tot 1890,&nbsp;Rudolf Mees.<sup id="cite_ref-4" class="reference"><a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke_Auris_Groep#cite_note-4">[</a></sup>&nbsp;<sup id="cite_ref-6" class="reference"></sup></p> <p><strong>Koninklijk</strong></p> Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan krijgt de stichting in 1978 het predicaat 'koninklijk'. Verschillende fusies vanaf 2002 zorgen ervoor dat het instituut nu de naam Koninklijke Auris Groep draagt.</div> <p>Sinds 5 februari 2003 heet het instituut dr. M Polanoschool, vernoemd naar de chirurg&nbsp;Machiel Polano&nbsp;die in zijn huis een schooltje begon in 1847.</p> <div>&nbsp;</div> <p><img src="images/ammanschool_Rotterdam.jpg" alt="ammanschool Rotterdam" /></p> <p><br />bron:&nbsp;<a href="http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/ammanschool.htm">http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/ammanschool.htm</a></p> <p><img src="images/Mondstandoefeningen.jpg" alt="Mondstandoefeningen" /></p> <p><i>Mondstandoefeningen in de klas op de dovenschool</i></p> <p><img src="images/de-klas.jpg" alt="" /></p> <p><i>Klaslokaal met kinderen in halve cirkel zodat ze elkaar kunnen zien</i></p> <p><img src="images/naailes-voor-de-meisjes.jpg" alt="naailes voor de meisjes" /></p> <p><em>Naailes voor de meisjes</em></p> <p><img src="images/de-tuin-van-de-school-aan-de-Coolsingel.jpg" alt="de tuin van de school aan de Coolsingel" /></p> <p><i>De tuin achter de school aan de Coolsingel</i></p>">Meer info.

1849: Instituut voor Doven, St. Michielsgestel

1849: Instituut voor Doven, St. Michielsgestel

"Het Instituut voor Doven (IvD) was een Nederlandse zorginstelling en onderwijsinstelling voor doven, slechthorenden en doofblinden.

Het werd in 1840 opgericht door de priester Martinus van Beek en de Zusters van de Choorstraat. Martinus van Beek gaf vanaf 1828 godsdienstlessen aan een viertal Gemertse doven door middel van gebarentaal, schrift en handalfabet. De drijfveer hiertoe was het bijbrengen van katholieke geloofsovertuiging, aangezien anders de analfabete doven nooit kennis zouden nemen van geschriften als de Bijbel. In 1844 werd ook de Hostiebakkerij St. Michael gestart waar horenden en slechthorenden naast elkaar werkten bij de bereiding en verkoop van hosties aan katholieke instellingen.

(..)

In 1855 werd de spreekmethode (spraakafzien) ingevoerd en omstreeks 1900 verdween de gebarentaal geheel van de dovenschool, waarmee deze school een van de laatste was in Nederland."

025 foto beyard.large

zusters uit gent op bezoek, 1935

 

Spreekonderricht aan een doof jongetje

Spreekonderricht aan een doof jongetje, ca. 1911.  Bron: Het Geheugen

Kapel van de jongensafdeling IvD

Kapel van de jongensafdeling, ca. 1935. bron: Het Geheugen

doofstommen instituut in St. Michielsgestel

Non/zuster met drie leerlingen bij een paar planken aan de muur waarop (miniatuur-)voorwerpen staan, -elk voorzien van (naam-)kaartje waarop staat te lezen wat het is. Ca. 1940. Bron: Het Geheugen

doofstommen instituut in St. Michielsgestel3

Non/zuster geeft voor het bord met onder meer gebaren spreekles aan een meisje voor de klas., ca. 1940. Bron: Het Geheugen

doofstommen instituut in St. Michielsgestel6

Meisje stelt zin samen van kaartjes met woorden uit een ladenkast, ca. 1040. Bron: Het Geheugen

doofstommen instituut in St. Michielsgestel4

Leerlingen maken zinnen met behulp van bordjes met woorden., ca. 1940. Bron: Het Geheugen

doofstommen instituut in St. Michielsgestel7

Jongen bij open deur, met deurkruk in de hand, toont briefje met de tekst: "ik maak de deur open"., ca. 1940. Bron: Het Geheugen

doofstommen instituut in St. Michielsgestel5

Mgr. Hermes, de directeur, geeft catechisatie aan een klas meisjes, die hem met liplezen proberen te volgen, ca. 1940. Bron: Het Geheugen

Fraters van Tilburg

Meer info.

1867 - 1959: Johannes Graadt van Roggen

1867 - 1959: Johannes Graadt van Roggen

Johannes Mattheus Graadt van Roggen (Amsterdam, 28 mei 1867 – Alkmaar, 26 augustus 1959) was een Nederlands tekenaar, schilder en grafisch kunstenaar. Hij wordt beschouwd als een voorloper van de Bergense School. Hij wordt ook wel Job Graadt van Roggen genoemd en was de tweede zoon van Jacob Frans Graadt van Roggen en Catharina Petronella Margaretha Zembsch.

Graadt van Roggen was als gevolg van een hersenvliesontsteking doof vanaf zijn derde levensjaar. Hij was zijn gehele jeugd leerling van het Instituut voor Doofstommen (zoals dat instituut toen genoemd werd) in Groningen. Hij maakte zijn eerste schilderijen als zeventienjarige.

 Vanwege zijn doofheid was Graadt van Roggen bij uitstek een visueel ingesteld schilder, die schilderde wat hij zag. Hij was daarbij een echte plein air-schilder; hij schilderde graag in de buitenlucht. Hij schilderde zelden of nooit binnen – er zijn een paar stillevens en portretten. Hij werkte altijd figuratief. Meestal zocht Graadt van Roggen zijn onderwerpen in de buurt van zijn woonplaats Bergen. Hij heeft veel duinlandschappen gemaakt (van Bergen aan Zee tot Camperduin en Petten); ook de Zeeuwse kust heeft hij regelmatig geschilderd.

Andere onderwerpen zijn: havens, portretten en stadsgezichten.

Graadt van Roggen is vaak in het buitenland geweest. Hij schilderde er bij voorkeur rond de Middellandse Zee.

bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Graadt_van_Roggen

graadtvanroggen2

Zeeduin, ca. 1910
 
graadtvanroggen3

Meer info.

1872 - 1947: Jan Zoetelief Tromp

1872 - 1947: Jan Zoetelief Tromp

Johannes  Tromp werd geboren op 13 december 1872 te Jakarta (toen Batavia). Hij stamde uit een oud Fries geslacht van voornamelijk rechtsgeleerden en ambtenaren. Jan was de oudste zoon van zeven kinderen; vijf jongens en twee meisjes.

Kleine Jan was een moeilijke en ongehoorzame peuter, die nooit wilde luisteren. Totdat zijn grootmoeder van moeders-kant (“Grootje Zoet”, zoals ze werd genoemd) toevallig in een speelgoedwinkel ontdekte dat hij doof was. Zij rinkelde met een belletje en sloeg op een trommeltje, maar hij luisterde niet. Zij begreep dat Jan doof, en dus doofstom was.

'Grootje Zoet’, sinds enige jaren al weduwe, heeft vanaf dat ogenblik haar hele verdere leven aan haar oudste kleinzoon gewijd. Toen Jan drie jaar was, verkocht ze haar huis en al haar meubels en reisde met hem naar Europa. Zijn ouders en de andere kinderen bleven in Indië.

Na aankomst in Holland reisde Grootje Zoet met Jan naar tal van specialisten in Europa. Maar zonder resultaat. Nog voor zijn vijfde jaar kwam Jan op de Inrichting voor Doofstommen in Rotterdam; in die tijd het enige instituut op dit gebied. Uiteraard waren het leren liplezen en leren praten de belangrijkste onderwerpen.

Met de voorbereidende zomercursus in 1887, Jan was toen 13 jaar, begon zijn opleiding aan de Academie van Beeldende kunsten en Technische Wetenschappen te Den Haag en volgde daar diverse cursussen. In 1893 slaagde hij voor het toelatingsexamen voor de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Speciale aandacht kreeg hij daar van August Allebé, de toenmalige directeur van de Academie, die tegenover het lyrische karakter van de Haagse School een meer realistisch naturalisme stelde.

Na de voltooiing van zijn studie vestigde Jan zich in Den Haag. Daar werd hij opgenomen in de kring van bekende schilders, die belangstelling toonden voor de jonge, begaafde en opgewekte schilder.

Jan Zoetelief Tromp overleed op 28 september 1947 , bijna 75 jaar oud, in Breteuil-sur-Iton."

Bron: https://janzoetelieftromp.nl/biografie/

JanZoeteliefTromp2

Marie Zoetelief Tromp – Blommers, 1947

JanZoeteliefTromp3

Schelpenvisser met hond, geen jaartal

JanZoeteliefTromp4

Op het strand

Meer info.

1884: Oprichting van de Dovenvereniging

1884: Oprichting van de Dovenvereniging "Guyot"

In Nederland bestaan er al meer dan 125 jaar verenigingen van dove mensen. De oudste vereniging is de Amsterdamse dovenvereniging “Guyot” die werd opgericht in 1884. Door de geschiedenis heen zijn er veel verschillende verenigingen voor doven geweest. Vaak met hele verschillende doelen.

Sommige dovenverenigingen richtten zich alleen op het organiseren van kerkdiensten, anderen alleen op sport en weer anderen op gezelligheid. 

Meer info.

1888: Effatha, Voorburg

1888: Effatha, Voorburg

Het Christelijk Instituut Effatha werd op 17 oktober 1888 opgericht als het Christelijk Instituut Effatha voor doven door prof. L. Lindeboom, ds. J. Vonk en ds. H. Beuker.

De naam is ontleend aan Marcus 7:34. Hier spreekt Jezus dit woord tot een dove, waarbij het vertaald wordt met: "wordt geopend!".

(...)

In 1926 werden Hoekenburg en Arentsburgh gekocht door het Christelijk Instituut Effatha, dat hier tot de jaren negentig gevestigd was. 

De leerlingen van Effatha, circa 1934 (Voorburg). 

(...)

In 2002 fuseerden Effatha, Signis, Weerklank en Guyot tot de koninklijke Effatha Guyot Groep.

De nieuwe organisatie kreeg het predicaat Koninklijk van koningin Beatrix, omdat dit predicaat reeds in 1948 door koningin Wilhelmina aan het Guyot Instituut was verleend. Het predicaat kwam echter te vervallen door de fusie en moest opnieuw toegekend worden.

In 2009 kwam er een fusie met de Viataal groep tot stand. Daardoor werd de naam van de groep tijdelijk veranderd in de KegViataalGroep. Per 1 januari 2010 zijn de drie organisaties; Koninklijke Effatha Guyot Groep, Viataal en Sint Marie opgegaan in een nieuwe organisatie genaamd Koninklijke Kentalis.

"Vanaf de oprichting koos Effatha, net als de andere dovenscholen in Nederland, voor de orale methode. Dit betekende dat de kinderen leerden spreken en spraakafzien. Hieraan werd op school veel aandacht besteed via onder andere spraak lessen en articulatieonderwijs. Het gebruik van gebaren zou de ontwikkeling van spreken in de weg staan en was daarom niet geoorloofd in de les. Regematig moesten de leerlingen dan ook met de ibllen op de handen gana zitten om het maken van gebaren te voorkomen. In het internaat konden de dove kinderen meestel vrijelijk gebaren gebruiken. Dat deden ze dan ook, tot verdriet van het onderwijzend personeel."

uit: P. van Veen, Branieschopper in een stille wereld, pag. 34-35

Meer info.

/p> <p>Deze film ‘De Passie van Piet Leonard’ bevat het levensverhaal van een tekenaar, Piet Leonard van Langeraad, die 40 jaar bij de bekende Haagse firma H.Pander &amp; Zn. heeft gewerkt als tekenaar van meubels, stijl-interieurs en interieurdecoraties. De bijzonderheid is dat Piet Leonard 100% doof geboren was, in 1899 een bijna noodlottige handicap. Maar omdat hij als kind over een groot talent bleek te beschikken kreeg hij een unieke kans zich te bekwamen als tekenaar. Pander bood hem daarna de kans zich professioneel te ontwikkelen, en die kans greep de jongen gepassioneerd aan. Van deze Piet Leonard werden in 2012 onverwacht 179 nagelaten tekeningen ontdekt, daterend uit de periode 1906 – 1966. Deze erfenis vormt de basis van de film, die daarmee een curieus ‘levensverhaal in tekeningen’ is geworden, met als extra bijzonderheid dat hij a priori gemaakt was voor een doof publiek (geen gesproken tekst maar ondertitels ). Bovendien geven Piet Leonards tekeningen een opvallend kijkje in de Pander-productie uit, met name, de periode 1918 – 1933, tijdens welke het bedrijf zich bij uitstek richtte op de “Haagsche Stijl”, de stijlvariant die geïnspireerd was door Frank Lloyd Wright en Hendrik Berlage en dominant werd in veel chique interieurs van de Hofstad... (Men sprak hier wel van een ‘Nederlandse Art Deco’. Grote namen waren o.a. Henk Wouda, Cor Alons en Jan Wils).</p>" title="1899 - 1980: Piet Leonard van Langeraad">
1899 - 1980: Piet Leonard van Langeraad

/p> <p>Deze film ‘De Passie van Piet Leonard’ bevat het levensverhaal van een tekenaar, Piet Leonard van Langeraad, die 40 jaar bij de bekende Haagse firma H.Pander &amp; Zn. heeft gewerkt als tekenaar van meubels, stijl-interieurs en interieurdecoraties. De bijzonderheid is dat Piet Leonard 100% doof geboren was, in 1899 een bijna noodlottige handicap. Maar omdat hij als kind over een groot talent bleek te beschikken kreeg hij een unieke kans zich te bekwamen als tekenaar. Pander bood hem daarna de kans zich professioneel te ontwikkelen, en die kans greep de jongen gepassioneerd aan. Van deze Piet Leonard werden in 2012 onverwacht 179 nagelaten tekeningen ontdekt, daterend uit de periode 1906 – 1966. Deze erfenis vormt de basis van de film, die daarmee een curieus ‘levensverhaal in tekeningen’ is geworden, met als extra bijzonderheid dat hij a priori gemaakt was voor een doof publiek (geen gesproken tekst maar ondertitels ). Bovendien geven Piet Leonards tekeningen een opvallend kijkje in de Pander-productie uit, met name, de periode 1918 – 1933, tijdens welke het bedrijf zich bij uitstek richtte op de “Haagsche Stijl”, de stijlvariant die geïnspireerd was door Frank Lloyd Wright en Hendrik Berlage en dominant werd in veel chique interieurs van de Hofstad... (Men sprak hier wel van een ‘Nederlandse Art Deco’. Grote namen waren o.a. Henk Wouda, Cor Alons en Jan Wils).</p>">1899 - 1980: Piet Leonard van Langeraad

 

Deze film ‘De Passie van Piet Leonard’ bevat het levensverhaal van een tekenaar, Piet Leonard van Langeraad, die 40 jaar bij de bekende Haagse firma H.Pander & Zn. heeft gewerkt als tekenaar van meubels, stijl-interieurs en interieurdecoraties. De bijzonderheid is dat Piet Leonard 100% doof geboren was, in 1899 een bijna noodlottige handicap. Maar omdat hij als kind over een groot talent bleek te beschikken kreeg hij een unieke kans zich te bekwamen als tekenaar. Pander bood hem daarna de kans zich professioneel te ontwikkelen, en die kans greep de jongen gepassioneerd aan. Van deze Piet Leonard werden in 2012 onverwacht 179 nagelaten tekeningen ontdekt, daterend uit de periode 1906 – 1966. Deze erfenis vormt de basis van de film, die daarmee een curieus ‘levensverhaal in tekeningen’ is geworden, met als extra bijzonderheid dat hij a priori gemaakt was voor een doof publiek (geen gesproken tekst maar ondertitels ). Bovendien geven Piet Leonards tekeningen een opvallend kijkje in de Pander-productie uit, met name, de periode 1918 – 1933, tijdens welke het bedrijf zich bij uitstek richtte op de “Haagsche Stijl”, de stijlvariant die geïnspireerd was door Frank Lloyd Wright en Hendrik Berlage en dominant werd in veel chique interieurs van de Hofstad... (Men sprak hier wel van een ‘Nederlandse Art Deco’. Grote namen waren o.a. Henk Wouda, Cor Alons en Jan Wils).

/p> <p>Deze film ‘De Passie van Piet Leonard’ bevat het levensverhaal van een tekenaar, Piet Leonard van Langeraad, die 40 jaar bij de bekende Haagse firma H.Pander &amp; Zn. heeft gewerkt als tekenaar van meubels, stijl-interieurs en interieurdecoraties. De bijzonderheid is dat Piet Leonard 100% doof geboren was, in 1899 een bijna noodlottige handicap. Maar omdat hij als kind over een groot talent bleek te beschikken kreeg hij een unieke kans zich te bekwamen als tekenaar. Pander bood hem daarna de kans zich professioneel te ontwikkelen, en die kans greep de jongen gepassioneerd aan. Van deze Piet Leonard werden in 2012 onverwacht 179 nagelaten tekeningen ontdekt, daterend uit de periode 1906 – 1966. Deze erfenis vormt de basis van de film, die daarmee een curieus ‘levensverhaal in tekeningen’ is geworden, met als extra bijzonderheid dat hij a priori gemaakt was voor een doof publiek (geen gesproken tekst maar ondertitels ). Bovendien geven Piet Leonards tekeningen een opvallend kijkje in de Pander-productie uit, met name, de periode 1918 – 1933, tijdens welke het bedrijf zich bij uitstek richtte op de “Haagsche Stijl”, de stijlvariant die geïnspireerd was door Frank Lloyd Wright en Hendrik Berlage en dominant werd in veel chique interieurs van de Hofstad... (Men sprak hier wel van een ‘Nederlandse Art Deco’. Grote namen waren o.a. Henk Wouda, Cor Alons en Jan Wils).</p>">Meer info.

<img src="images/Ammanschool.png" alt="" width="293" height="229" /></p> </div> </div> <div class="o9v6fnle cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x c1et5uql ii04i59q"> <div dir="auto"> <h5 class="title style-scope ytd-video-primary-info-renderer">Niet Vanzelfsprekend , een film over onderwijs aan dove kinderen op de Ammanschool, door:&nbsp;Theo Stoter, 1985</h5> deel 1:&nbsp; <a href="
://youtu.be/Gb48AT2yLHA</a></div> <div dir="auto">deel 2:&nbsp;<a href="
://youtu.be/oI8Zjo05KMw</a><br />deel 3:&nbsp;<a href="
target="_blank" rel="nofollow noopener" class="oajrlxb2 g5ia77u1 qu0x051f esr5mh6w e9989ue4 r7d6kgcz rq0escxv nhd2j8a9 nc684nl6 p7hjln8o kvgmc6g5 cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x jb3vyjys rz4wbd8a qt6c0cv9 a8nywdso i1ao9s8h esuyzwwr f1sip0of lzcic4wl py34i1dx gpro0wi8" tabindex="0" role="link"></a><a href="
://youtu.be/Dr2y7UFwbe4</a><a href="undefined"></a><br />deel 4:&nbsp;<a href="
target="_blank" rel="nofollow noopener" class="oajrlxb2 g5ia77u1 qu0x051f esr5mh6w e9989ue4 r7d6kgcz rq0escxv nhd2j8a9 nc684nl6 p7hjln8o kvgmc6g5 cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x jb3vyjys rz4wbd8a qt6c0cv9 a8nywdso i1ao9s8h esuyzwwr f1sip0of lzcic4wl py34i1dx gpro0wi8" tabindex="0" role="link"></a><a href="undefined">undefined</a>&nbsp;<a href="
://youtu.be/IkqlLkqAZQA</a></div> </div> <h5><strong>Amy en Thomas - Verhalen uit de Oude Doos:&nbsp;&nbsp;</strong></h5> <div id="info" class="style-scope ytd-watch-flexy"> <div id="info-contents" class="style-scope ytd-watch-flexy"> <div id="container" class="style-scope ytd-video-primary-info-renderer"> <p class="title style-scope ytd-video-primary-info-renderer"><img src="images/Screen_Shot_06-22-20_at_12.35_PM.JPG" alt="Screen Shot 06 22 20 at 12.35 PM" /> (<em>klik op de afbeelding om de video te zien)</em></p> <p>In 'Amy en Thomas en hun papa’s en oma’s' (2012) vertellen drie generaties van twee dove families, de familie Zwenne en de familie Stoel, over wat zij hebben meegemaakt op de Amsterdamse school voor doven. Door: Handtheater</p> </div> </div> </div>" title="1911: J.C. Ammanschool, Amsterdam (met video)">
1911: J.C. Ammanschool, Amsterdam (met video)

<img src="images/Ammanschool.png" alt="" width="293" height="229" /></p> </div> </div> <div class="o9v6fnle cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x c1et5uql ii04i59q"> <div dir="auto"> <h5 class="title style-scope ytd-video-primary-info-renderer">Niet Vanzelfsprekend , een film over onderwijs aan dove kinderen op de Ammanschool, door:&nbsp;Theo Stoter, 1985</h5> deel 1:&nbsp; <a href="
://youtu.be/Gb48AT2yLHA</a></div> <div dir="auto">deel 2:&nbsp;<a href="
://youtu.be/oI8Zjo05KMw</a><br />deel 3:&nbsp;<a href="
target="_blank" rel="nofollow noopener" class="oajrlxb2 g5ia77u1 qu0x051f esr5mh6w e9989ue4 r7d6kgcz rq0escxv nhd2j8a9 nc684nl6 p7hjln8o kvgmc6g5 cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x jb3vyjys rz4wbd8a qt6c0cv9 a8nywdso i1ao9s8h esuyzwwr f1sip0of lzcic4wl py34i1dx gpro0wi8" tabindex="0" role="link"></a><a href="
://youtu.be/Dr2y7UFwbe4</a><a href="undefined"></a><br />deel 4:&nbsp;<a href="
target="_blank" rel="nofollow noopener" class="oajrlxb2 g5ia77u1 qu0x051f esr5mh6w e9989ue4 r7d6kgcz rq0escxv nhd2j8a9 nc684nl6 p7hjln8o kvgmc6g5 cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x jb3vyjys rz4wbd8a qt6c0cv9 a8nywdso i1ao9s8h esuyzwwr f1sip0of lzcic4wl py34i1dx gpro0wi8" tabindex="0" role="link"></a><a href="undefined">undefined</a>&nbsp;<a href="
://youtu.be/IkqlLkqAZQA</a></div> </div> <h5><strong>Amy en Thomas - Verhalen uit de Oude Doos:&nbsp;&nbsp;</strong></h5> <div id="info" class="style-scope ytd-watch-flexy"> <div id="info-contents" class="style-scope ytd-watch-flexy"> <div id="container" class="style-scope ytd-video-primary-info-renderer"> <p class="title style-scope ytd-video-primary-info-renderer"><img src="images/Screen_Shot_06-22-20_at_12.35_PM.JPG" alt="Screen Shot 06 22 20 at 12.35 PM" /> (<em>klik op de afbeelding om de video te zien)</em></p> <p>In 'Amy en Thomas en hun papa’s en oma’s' (2012) vertellen drie generaties van twee dove families, de familie Zwenne en de familie Stoel, over wat zij hebben meegemaakt op de Amsterdamse school voor doven. Door: Handtheater</p> </div> </div> </div>">1911: J.C. Ammanschool, Amsterdam (met video)

In 1910 werd de ‘Vereniging voor doofstommenonderwijs te Amsterdam’ opgericht door professor Hendrik Burger. Burger was kno-arts en bijzonder geïnteresseerd in doofheid en hardhorendheid bij kinderen. Hij was groot voorstander van de leerplicht, zodat zij ‘zich tot zelfstandige en nuttige leden van de maatschappij kunnen ontwikkelen.’

Burger opent op maandag 3 april 1911 de schooldeuren voor vierentwintig dove kinderen. In 1914 richt hij een school op voor slechthorende kinderen. Voor speciaal onderwijs geldt in die tijd nog geen leerplicht, maar met de komst van deze twee scholen ontstond er wel een mogelijkheid voor dove en slechthorende kinderen om naar school te gaan. Ouders waren hier heel blij mee, omdat hun kinderen voorheen alleen in Groningen, Rotterdam, Leiden of Sint-Michielsgestel terecht konden voor onderwijs. Zij kozen er daarom vaak voor om de kinderen thuis te houden.

Spreekonderwijs

Spreekonderwijs door broeder,  Amsterdam? zonder jaartal. Bron: Het Geheugen

Doofstommen onderwijs school in Amsterdam1

Leerling bij het bord voor de klas voelt aan strottehoofd onderwijzer, ca. 1938. Bron: Het Geheugen

Door het grote succes en het stijgende leerlingenaantal verhuist de school naar twee nieuwe locaties. Na een aantal verhuizingen en inmiddels twee locaties, wordt er tot 1976 lesgegeven aan de Binnenkant en het J.D. Meijerplein. In 1928 verandert de naam naar J.C. Ammanschool, vernoemd naar Conrad Amman, die zich inzette voor spraakles voor doven. Pas in 1947 wordt de leerplicht ook voor het speciaal onderwijs ingevoerd.

De voorschool, voor leerlingen vanaf 3 jaar was een van de eerste in zijn soort. De visie van de school is vanaf het begin geweest dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen met communicatie en het ontwikkelen van het horen en spreken.

Dove leerlingen met genoeg mogelijkheden om te communiceren in het Nederlands, mochten vroeger geen gebaren gebruiken. Op de school voor Individueel Dovenonderwijs mocht dat wel, deze afdeling richtte zich op moeilijk lerende leerlingen die praktijkvakken leerden.

Anno 2012 kent Signis, zoals de school na een fusie in 2005 met de Mgr. Hermusschool heet, vier afdelingen:

  • SO, speciaal onderwijs voor leerlingen met (ernstige) spraak- en taalmoeilijkheden;
  • SO, speciaal onderwijs voor dove en slechthorende leerlingen;
  • SO Plus, speciaal onderwijs voor dove en slechthorende leerlingen bij wie het gedrag het leren in de weg staat;
  • SO MG, speciaal onderwijs voor dove/slechthorende en verstandelijk beperkte leerlingen.

Vanaf 1991 wordt er op de afdelingen voor dove en slechthorende leerlingen les gegeven in Nederlandse Gebarentaal (NGT) en Nederlands; op de SO MG wordt Totale Communicatie gebruikt. Signis is nu onderdeel van de zorg- en onderwijsorganisatie Kentalis.

deel 2: 
Amy en Thomas - Verhalen uit de Oude Doos:  

://youtu.be/Gb48AT2yLHA</a></div> <div dir="auto">deel 2:&nbsp;<a href="
://youtu.be/oI8Zjo05KMw</a><br />deel 3:&nbsp;<a href="
target="_blank" rel="nofollow noopener" class="oajrlxb2 g5ia77u1 qu0x051f esr5mh6w e9989ue4 r7d6kgcz rq0escxv nhd2j8a9 nc684nl6 p7hjln8o kvgmc6g5 cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x jb3vyjys rz4wbd8a qt6c0cv9 a8nywdso i1ao9s8h esuyzwwr f1sip0of lzcic4wl py34i1dx gpro0wi8" tabindex="0" role="link"></a><a href="
://youtu.be/Dr2y7UFwbe4</a><a href="undefined"></a><br />deel 4:&nbsp;<a href="
target="_blank" rel="nofollow noopener" class="oajrlxb2 g5ia77u1 qu0x051f esr5mh6w e9989ue4 r7d6kgcz rq0escxv nhd2j8a9 nc684nl6 p7hjln8o kvgmc6g5 cxmmr5t8 oygrvhab hcukyx3x jb3vyjys rz4wbd8a qt6c0cv9 a8nywdso i1ao9s8h esuyzwwr f1sip0of lzcic4wl py34i1dx gpro0wi8" tabindex="0" role="link"></a><a href="undefined">undefined</a>&nbsp;<a href="
://youtu.be/IkqlLkqAZQA</a></div> </div> <h5><strong>Amy en Thomas - Verhalen uit de Oude Doos:&nbsp;&nbsp;</strong></h5> <div id="info" class="style-scope ytd-watch-flexy"> <div id="info-contents" class="style-scope ytd-watch-flexy"> <div id="container" class="style-scope ytd-video-primary-info-renderer"> <p class="title style-scope ytd-video-primary-info-renderer">
<img src="images/Screen_Shot_06-22-20_at_12.35_PM.JPG" alt="Screen Shot 06 22 20 at 12.35 PM" /> (<em>klik op de afbeelding om de video te zien)</em></p> <p>In 'Amy en Thomas en hun papa’s en oma’s' (2012) vertellen drie generaties van twee dove families, de familie Zwenne en de familie Stoel, over wat zij hebben meegemaakt op de Amsterdamse school voor doven. Door: Handtheater</p> </div> </div> </div>">Meer info.

1912 - 2008: Toine van Uden

1912 - 2008: Toine van Uden

In 1938 werd Van Uden gewijd tot priester en aangesteld als leraar op het Instituut voor Doven. Hij werkte onder meer als adjunct-directeur voor onderwijs en opvoeding, en als hoofd van de researchafdeling. Zo ontwikkelde hij een gespreksmethode waarbij praten centraal stond.

Lichaamstaal tussen de dove kinderen was toegestaan, maar meer omdat dat niet te voorkomen was. Het gebruik van gebarentaal echter was strikt verboden.

Ook hometraining waarbij kinderen en ouders thuis door medewerkers van het instituut werden begeleid, is door Van Uden bedacht en uitgewerkt. Het instituut nam hiermee jaren een vooruitstrevende positie in Europa in.

Bij het samengaan van de scholen De Schakel en Theerendonk in 1987 werd de nieuwe school vernoemd naar Van Uden, die in 1977 afscheid had genomen. Deze school is inmiddels opgegaan in Talent, een van de Viataal-scholen in Vught.

Van Uden over gebarentaal:

"‘De slogan: “Gun de dove kinderen hun eigen gebaren”, betekent in feite: gun hun de primitiviteit. Wij moeten alle dove kinderen, die daartoe in staat zijn, zuiver oraal opvoeden, door middel van het orale gesprek met alle warmte van ons hart, doordat wij naar hen luisteren, opvangen wat zij willen zeggen en wat ze voor hun uiting nodig hebben, en hun constant daarvoor de juiste, gesproken vormen aanbieden, én doordat wij in dit gesprek ook onze eigen bijdrage leveren. Dit zal die dove kinderen helpen, om op het hoogst mogelijke niveau te gaan functioneren, én - last but not least - gehumaniseerd gelukkige mensen te worden.’

Van Uden onderbouwt zijn visie met tal van onderzoeksresultaten. (Van Horen Zeggen, 1979, nr. 1)"

bron: https://www.fenac.nl/static/vhz/oude-nummers/2009-6.pdf 

Meer info.

1916 - 1992: Nan Snijders-Oomen

1916 - 1992: Nan Snijders-Oomen

Foto: Mevr. Snijders-Oomen, bezig met het testen van een doofstom kind, zonder jaartal. Bron: Het Geheugen

Nan Snijders-Oomen (Nijmegen, 20 december 1916 - Groningen, 18 oktober 1992) was een kinderpsychologe en ontwikkelaar van de Snijders-Oomen niet-verbale intelligentietests, bekend als de SON-test.

Zij ontwikkelde deze in 1943 ten behoeve van het doveninstituut van Sint-Michielsgestel. In datzelfde jaar promoveerde zij te Nijmegen op de dissertatie Intelligentieonderzoek van doofstomme kinderen. Een nieuwe testschaal. Aan deze testen zou zij haar hele verdere professionele leven blijven werken, samen met haar man Jan Snijders, die van 1949-1980 hoogleraar psychologie was aan de Rijksuniversiteit Groningen. Later heeft zij zich als een van de eersten in Nederland beziggehouden met de problematiek van autisme.

Meer info.

1920 - 2006: Ben Tervoort

1920 - 2006: Ben Tervoort

Bernard Theodoor Marie (Ben) Tervoort (Groesbeek, 29 mei 1920 - Hilversum, 17 augustus 2006) was een Nederlandse taalkundige bekend als grondlegger van het wetenschappelijk onderzoek naar de gebarentaal en voorvechter voor de erkenning van de gebarentaal.

Tervoort startte in1950 als jezuïet op het toenmalige Instituut voor Doven, een van de rechtsvoorgangers van het huidige Viataal, met een onderzoek naar de communicatie in gebaren van een groep leerlingen. Hij rondde dit in 1953 af met zijn dissertatie ‘Structurele analyse van visueel taalgebruik binnen een groep dove kinderen’. Het onderzoek werd tussen 1958 en 1967 voortgezet in een grote vervolgstudie waar Nederlandse en Amerikaanse dovenscholen aan deelnamen. Ben Tervoort verwierf er een eredoctoraat mee van de Gallaudet University in Washington D.C. In de tussentijd bleef hij in verschillende functies aan het Instituut voor Doven verbonden, totdat een conflict in 1964 tot zijn vertrek leidde.

In 1966 wordt hij benoemd tot hoogleraar in de psycho- en patholinguïstiek aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is er bijna 25 jaar hoogleraar, met als specialisatie Sign linguistics. Hij richt er het Instituut voor Algemene Linguïstiek op. Hij houdt zich dan naast gebarentaal ook bezig met kindertaal en thema's uit de patholinguïstiek zoals afasie, maar zijn grote interesse is de invoering van de gebarentaal, die ondanks zijn inzet in Nederland pas vrij laat geschiedt.

In 1981 initieert hij vanuit de Universiteit van Amsterdam het KOMVA-project, het onderzoek naar de communicatieve vaardigheden van dove kinderen en volwassenen, dat uiteindelijk zal leiden tot de invoering in Nederland van het huidige tweetalige dovenonderwijs.

In 1987 gaat hij met emeritaat.

Meer info.

1934 - 2015: Martie Koolhof

1934 - 2015: Martie Koolhof

"Martie Koolhof-van den Hooven groeide op in een gezin als enige dove tussen drie horende broers. Op vijfjarige leeftijd ging ze naar een school speciaal voor doven in Rotterdam. Omdat ze niet naar het internaat ging, groeide ze op in zowel de wereld van de doven als de wereld van de horenden. Zelf zei ze hierover: ‘Opgroeien in twee werelden was niet altijd gemakkelijk, maar het heeft mij gevormd. Ik heb leren opkomen voor mezelf. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het goed is dat er tal van dovenorganisaties zijn en dat doven elkaar opzoeken, maar we moeten ook buiten onze eigen wereld leven. Het is belangrijk om te investeren in contacten met horenden.’ Als geen ander begreep zij dat doven en horenden elkaar nodig hebben. Doven hebben de horenden nodig. Horenden hebben de doven nodig.

Juist omdat Martie beide werelden kende, de wereld van de doven én de wereld van de horenden, is zij de vrouw geworden zoals velen haar hebben gekend: bewogen en bevlogen, charmant, enthousiast, vol passie en strijdlustig. Haar hele leven heeft ze zich ingezet voor de erkenning en ontwikkeling van Nederlandse Gebarentaal en voor de emancipatie van doven.

Martie Koolhof is iemand op wie we trots mogen zijn. Ze overleed op 26 maart 2015 op 81-jarige leeftijd, " bron: https://www.gelderhorst.nl/1e-oorkonde-martie-momentje-naar-tina-geytenbeek/ 

Martie was binnen en buiten de Dovengemeenschap zeer geliefd zowel in Nederland als daarbuiten. Ze heeft haar hele leven gestreden voor de positie van dove mensen en de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal.
Ze was vanaf het eerste begin betrokken bij de ontwikkeling van commmunicatiecursussen, eind jaren zeventig. Als docente was ze een groot voorbeeld voor veel andere dove docenten, ze werd vaak de "moeder- overste of koningin van de Nederlandse Gebarentaal" genoemd. Martie heeft samen met o.a. Herman Scheper en Sam Pattipeiluhu een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de eerste tolkopleiding in Maarn (de OVDB) en was zelf ook als docente daarbij betrokken.

Als groot voorvechtster van een gelijke positie voor dove mensen in een horende wereld was typerend voor haar de lezing die ze gaf in 1983 op het Nationaal Dovencongres in Emmen waarin ze pleitte voor een brug tussen de horende en dove wereld.

Martie is in de jaren '80 lang verbonden geweest aan de NSDSK waar ze vele ouders van jonge dove kinderen wegwijs gemaakt heeft in haar wereld en met veel geduld iedereen gebaren leerde.

Meer info.

1936 - 2017: Bea Visser

1936 - 2017: Bea Visser

 Beatrix Visser werd geboren in 1936 – twee jaar eerder dan prinses Beatrix, waar ze dus nadrukkelijk niet naar vernoemd is, maar waardoor haar naamgebaar wel ‘Prinses’ werd. Bea Visser groeide op als doof meisje ver haar van ouders in het Friese Akkerwoude in het christelijke instituut voor doven Effatha, te Voorburg, in een tijd waarin gebarentaal verboden was.

Tegen alle adviezen en verwachtingen in lukte het haar op te klimmen tot medewerkster bij de sociale dienst van de gemeente Den Haag. Naast haar gewone werk was Bea Visser bijzonder actief in de ontwakende dovenbeweging in de jaren ’70-‘90 van de vorige eeuw. Zij was de eerste die in de jaren ‘70 gebarentaallessen ging geven aan, vaak wanhopige, ouders van dove kinderen. Mede door haar initiatieven op dit gebied kon Effatha niet anders dan het verbod op gebarentaal opheffen.

Bea Visser was ook de eerste dove vrouw in Nederland die openlijk uitkwam voor haar homoseksualiteit. Ze richtte (nu bijna 35 jaar geleden) Roze Gebaar op en droeg daarmee bij aan de emancipatie van dove en slechthorende LHBTI’s.

Bea Vissers faam als gebarentaaldocent bereikte in 1981 ook de theaterwereld. Voor de Haagse Comedie leerde ze gebarentaal aan de acteurs Willem Nijholt en Rick Nicolet voor hun rollen in het toneelstuk Kinderen van een mindere god. Mede door haar inzet werd Willem Nijholt daarna een ambassadeur voor doven en slechthorenden.

In 2003 stond Bea Visser zelf op de planken. Het Handtheater – een theatergroep die tweetalige voorstellingen maakt in gebarentaal en Nederlands – zou de gebarentaalversie van De Vagina Monologen gaan uitvoeren, waar Bea Visser auditie voor deed en haar eigen verhaal mocht voordragen. Bea Visser beleefde in het stuk opnieuw de angst bij haar eerste menstruatie en de paniek rond haar coming out. Zoals zoveel doven was ze niet voorgelicht en had ze tot haar veertigste nog nooit van het woord lesbisch gehoord. De première in De Brakke Grond voor een uitverkochte zaal was een groot succes en de recensies waren lovend.

Het veelbewogen levensverhaal van Bea Visser is in 2009 opgetekend in het door Petra Essink geschreven boek Bea Visser, Dove Prinses. Deze biografie beschrijft het leven van een Nederlandse dove vrouw in de 20ste eeuw; een bewogen leven van onderdrukking, pijn, vechten, opluchting en emancipatie. In 2009 werden Bea Visser en Petra Essink door de luisteraars van de Roze Golf verkozen tot meest Roze Vrouwen van Overijssel.

Meer info.

YouTube: Henk Betten over zijn nieuwe boek.<br /></em></p> <p><b>"Henk Betten</b>&nbsp;(Langedijke,&nbsp;7 december&nbsp;1938) is een&nbsp;doof&nbsp;geboren Nederlands schrijver/historicus en voorvechter van de emancipatie van&nbsp;doven.</p> <p>Betten kwam net als zijn oudere zus volledig doof ter wereld. Al op zijn derde jaar volgde hij zijn zus naar het&nbsp;Koninklijk Instituut voor Doven H.D. Guyot&nbsp;aan de&nbsp;Beplante Ossenmarkt&nbsp;(tegenwoordig het Guyotplein) in&nbsp;Groningen. Het grootste deel van zijn jeugdjaren verbleef hij in het jongensinternaat van de school, met een onderbreking van ruim een jaar vanwege de bezetting van het instituut tijdens de&nbsp;Tweede Wereldoorlog. Betten volgde zoals alle leerlingen van het instituut na de lagere school een vakopleiding ter voorbereiding op zijn deelname aan de maatschappij. In zijn geval was dat meubelmaken. Hij volgde daarna verschillende schriftelijke opleidingen om zichzelf breder te ontwikkelen. Hij vond werk bij de&nbsp;Postcheque- en Girodienst, en stak veel van zijn vrije tijd in activiteiten van en voor de dovengemeenschap. In 1970 trouwde hij. Met zijn vrouw kreeg hij twee kinderen.&nbsp;</p> <p>Betten ontpopte zich al op jonge leeftijd als bevlogen bestuurder in allerlei verenigingen voor sport en/of ontspanning van doven. In de jaren 80 en 90 gaf hij een impuls aan de Dovencultuur in Friesland als voorzitter van de Stichting Sociaal Cultureel Centrum van Doven in Friesland, beter bekend als FRIDO.<span style="font-size: 11.25px;"> </span>Hij trad ook vele jaren op als voorganger en als ouderling binnen het protestants-christelijk Dovenpastoraat en de Nederlandse Christelijke Bond van Doven.<span style="font-size: 11.25px;"> </span></p> <p>Verder was hij nauw betrokken bij diverse tijdschriften voor doven, waaronder&nbsp;<i>Woord &amp; Gebaar</i>, en publiceerde hij ook geregeld in landelijke kranten en tijdschriften over doofheid en doof zijn. Sinds zijn pensionering is hij actief als bibliothecaris bij&nbsp;Kentalis&nbsp;in Haren, waarvan het doveninstituut H.D. Guyot een van de voorlopers was.</p> <p>Over de nationale en internationale dovengeschiedenis heeft hij op verschillende congressen in binnen- en buitenland lezingen gegeven en artikelen gepubliceerd. Ook verzorgt hij vanuit de Werkgroep Historie Doven Groningen nog altijd rondleidingen in Groningen rond dit thema. De laatste jaren heeft Betten zich ook ingezet om erkenning te vragen voor de dove slachtoffers van de&nbsp;Jodenvervolging, de Dovenshoah.</p> <p>Henk Betten baarde opzien door als eerste Nederlandse doof geboren auteur in 1984 een roman te publiceren.&nbsp;<i>Bevrijdend Gebaar</i>&nbsp;was de geromantiseerde levensbeschrijving van de stichter van de eerste Nederlandse dovenschool,&nbsp;Henri Daniel Guyot. Het boek beleefde in 2015 een derde druk. Daarnaast bracht hij bundels met korte verhalen uit, deels autobiografisch getint. Verder legde hij het resultaat van zijn onderzoek naar de internationale geschiedenis van het dovenonderwijs vast in een Engelstalige publicatie,&nbsp;<i>Deaf education in Europe</i>, dat in 2013 verscheen.</p> <p>Betten werd in 1998 benoemd tot&nbsp;Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Hij ontving in 2011 de Jaarprijs van&nbsp;Dovenschap. In 2018 werd hij voorgedragen voor de Dickens Award van de gemeente Haren.</p> <p>Publicaties:</p> <ul> <li class="page-heading" data-bltgi="lsm6477ENe-ZqXEc1jdI8w.1_2.3"><a href="https://www.bol.com/nl/p/bevrijdend-gebaar/9200000038624800/?bltgh=uuO8MCnztkXBgTwa3YdMzA.1_4.8.ProductTitle"%3B=>%3B=<%3Bspan_class="%3Bh-boxedright--xs="%3B_data-test="%3Btitle=>%3BBevrijdend_gebaar=&%3Bnbsp%3B=<%3B%2Fspan="%3Bsub-title="%3Bsubtitle=>%3Bhet_levensverhaal_van_Henri_Dani%C3%ABl_Guyot=<%3B%2Fa=<%3B%2Fli=>%3B%0D%0A=<%3Bli=<%3Ba_href="%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_bol_com%2Fnl%2Fp%2Flevens-vol-gebaren%2F1001004005069925%2F%3Freferrer=socialshare_pdp_www"%3B_target="%3B_blank="%3B_rel="%3Bnoopener=>%3BLEVENS_VOL_GEBAREN="%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_bol_com%2Fnl%2Fp%2Fa-deaf-journey-through-time%2F9200000099048983%2F%3Fpromo=list_818_recentbekeken-MCM-slot_D2_product_5_&%3Bamp%3Bbltgh=nYEOEWS9a26AkWG9K4dNMQ.1_8_s2yOxAwkzxmyShAZKd5MVQ.4.ProductImage>%3BA_Deaf_Journey_Through_Time%3B=&%3Bnbsp%3BIn_Fifteen_Stories_and_Two_Dreams="%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_amazon_com%2FDeaf-Education-Europe-Early-Years-ebook%2Fdp%2FB00FD53GUI=>%3BDeaf_Education_in_Europe_-_The_Early_Years=<%3B%2Ful=<%3Bp=<%3B%2Fp=" title="1938: Henk Betten (met video)">
1938: Henk Betten (met video)

YouTube: Henk Betten over zijn nieuwe boek.<br /></em></p> <p><b>"Henk Betten</b>&nbsp;(Langedijke,&nbsp;7 december&nbsp;1938) is een&nbsp;doof&nbsp;geboren Nederlands schrijver/historicus en voorvechter van de emancipatie van&nbsp;doven.</p> <p>Betten kwam net als zijn oudere zus volledig doof ter wereld. Al op zijn derde jaar volgde hij zijn zus naar het&nbsp;Koninklijk Instituut voor Doven H.D. Guyot&nbsp;aan de&nbsp;Beplante Ossenmarkt&nbsp;(tegenwoordig het Guyotplein) in&nbsp;Groningen. Het grootste deel van zijn jeugdjaren verbleef hij in het jongensinternaat van de school, met een onderbreking van ruim een jaar vanwege de bezetting van het instituut tijdens de&nbsp;Tweede Wereldoorlog. Betten volgde zoals alle leerlingen van het instituut na de lagere school een vakopleiding ter voorbereiding op zijn deelname aan de maatschappij. In zijn geval was dat meubelmaken. Hij volgde daarna verschillende schriftelijke opleidingen om zichzelf breder te ontwikkelen. Hij vond werk bij de&nbsp;Postcheque- en Girodienst, en stak veel van zijn vrije tijd in activiteiten van en voor de dovengemeenschap. In 1970 trouwde hij. Met zijn vrouw kreeg hij twee kinderen.&nbsp;</p> <p>Betten ontpopte zich al op jonge leeftijd als bevlogen bestuurder in allerlei verenigingen voor sport en/of ontspanning van doven. In de jaren 80 en 90 gaf hij een impuls aan de Dovencultuur in Friesland als voorzitter van de Stichting Sociaal Cultureel Centrum van Doven in Friesland, beter bekend als FRIDO.<span style="font-size: 11.25px;"> </span>Hij trad ook vele jaren op als voorganger en als ouderling binnen het protestants-christelijk Dovenpastoraat en de Nederlandse Christelijke Bond van Doven.<span style="font-size: 11.25px;"> </span></p> <p>Verder was hij nauw betrokken bij diverse tijdschriften voor doven, waaronder&nbsp;<i>Woord &amp; Gebaar</i>, en publiceerde hij ook geregeld in landelijke kranten en tijdschriften over doofheid en doof zijn. Sinds zijn pensionering is hij actief als bibliothecaris bij&nbsp;Kentalis&nbsp;in Haren, waarvan het doveninstituut H.D. Guyot een van de voorlopers was.</p> <p>Over de nationale en internationale dovengeschiedenis heeft hij op verschillende congressen in binnen- en buitenland lezingen gegeven en artikelen gepubliceerd. Ook verzorgt hij vanuit de Werkgroep Historie Doven Groningen nog altijd rondleidingen in Groningen rond dit thema. De laatste jaren heeft Betten zich ook ingezet om erkenning te vragen voor de dove slachtoffers van de&nbsp;Jodenvervolging, de Dovenshoah.</p> <p>Henk Betten baarde opzien door als eerste Nederlandse doof geboren auteur in 1984 een roman te publiceren.&nbsp;<i>Bevrijdend Gebaar</i>&nbsp;was de geromantiseerde levensbeschrijving van de stichter van de eerste Nederlandse dovenschool,&nbsp;Henri Daniel Guyot. Het boek beleefde in 2015 een derde druk. Daarnaast bracht hij bundels met korte verhalen uit, deels autobiografisch getint. Verder legde hij het resultaat van zijn onderzoek naar de internationale geschiedenis van het dovenonderwijs vast in een Engelstalige publicatie,&nbsp;<i>Deaf education in Europe</i>, dat in 2013 verscheen.</p> <p>Betten werd in 1998 benoemd tot&nbsp;Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Hij ontving in 2011 de Jaarprijs van&nbsp;Dovenschap. In 2018 werd hij voorgedragen voor de Dickens Award van de gemeente Haren.</p> <p>Publicaties:</p> <ul> <li class="page-heading" data-bltgi="lsm6477ENe-ZqXEc1jdI8w.1_2.3"><a href="https://www.bol.com/nl/p/bevrijdend-gebaar/9200000038624800/?bltgh=uuO8MCnztkXBgTwa3YdMzA.1_4.8.ProductTitle"%3B=>%3B=<%3Bspan_class="%3Bh-boxedright--xs="%3B_data-test="%3Btitle=>%3BBevrijdend_gebaar=&%3Bnbsp%3B=<%3B%2Fspan="%3Bsub-title="%3Bsubtitle=>%3Bhet_levensverhaal_van_Henri_Dani%C3%ABl_Guyot=<%3B%2Fa=<%3B%2Fli=>%3B%0D%0A=<%3Bli=<%3Ba_href="%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_bol_com%2Fnl%2Fp%2Flevens-vol-gebaren%2F1001004005069925%2F%3Freferrer=socialshare_pdp_www"%3B_target="%3B_blank="%3B_rel="%3Bnoopener=>%3BLEVENS_VOL_GEBAREN="%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_bol_com%2Fnl%2Fp%2Fa-deaf-journey-through-time%2F9200000099048983%2F%3Fpromo=list_818_recentbekeken-MCM-slot_D2_product_5_&%3Bamp%3Bbltgh=nYEOEWS9a26AkWG9K4dNMQ.1_8_s2yOxAwkzxmyShAZKd5MVQ.4.ProductImage>%3BA_Deaf_Journey_Through_Time%3B=&%3Bnbsp%3BIn_Fifteen_Stories_and_Two_Dreams="%3Bhttps%3A%2F%2Fwww_amazon_com%2FDeaf-Education-Europe-Early-Years-ebook%2Fdp%2FB00FD53GUI=>%3BDeaf_Education_in_Europe_-_The_Early_Years=<%3B%2Ful=<%3Bp=<%3B%2Fp=">1938: Henk Betten (met video)